Tony Robbins: Zeker geen held. Wel respect!

Elders op deze website heb ik al aangegeven dat ik het niet zo heb op verheerlijking en afgoderij van mensen. Blindelings goeroe’s geloven en klakkeloos dingen van ze aannemen om deze vervolgens als nieuwe religie uit te dragen: dat is gewoon niet mijn ding. Sterker nog: Ik krijg er écht jeuk van.

Tony Robbins is zo’n figuur. Ik had een aantal filmpjes gekeken (of wellicht hetzelfde filmpje een paar keer, dat kan ook) en steeds kwam die kriebel weer boven: Jakkes. Het zal best heel knap zijn wat íe doet, maar de manier waarop is gewoon niet ‘my cup of tea.’

En waarom dan niet? Daar ben ik dan zelf wel weer mateloos nieuwsgierig naar. Wat maakt nou dat ik zo huiverig wordt van die gast en – nog veel belangrijker – wat zegt dat over mij?

Dus toen ik van de week de suggestie van Netflix kreeg om naar de documentaire over Tony Robbins te kijken, heb ik toegegeven aan mijn nieuwsgierigheid. De documentaire geeft een kijkje achter te schermen van het zesdaagse event ‘Date with Destiny’ dat Robbins jaarlijks geeft en waar zo’n 2500 mensen op af komen. (Het blijkt zelfs dat mensen hun meubels verkopen om maar aan het benodigde bedrag van $ 5.000,=  te komen. Want dat kost een entreekaartje. Dan ben ik dus echt spotgoedkoop)

De documentaire geeft een goed beeld van de enorme organisatie en planning die dit event verlangt. Tientallen professionals met de meest uiteenlopende expertises zijn betrokken bij de happening.

Licht- en geluid voor de benodigde dramatische ondersteuning, opwarmers voor het publiek zodat de zaal haast uit zijn voegen past als ’the man himself’ sportief het podium opkomt rennen en volop onderling contact over de persoonlijke ervaringen van de mensen in de zaal waar Tony al dan niet mee aan de slag gaat. Het is één gesmeerde machine.

En ik kan niet anders dan daar bewondering voor hebben. Het hart van een eventorganisator gaat hier gewoon harder van kloppen: het zit zó goed in elkaar. Er wordt eigenlijk niets aan het toeval overgelaten. Deze documentaire laat zien hoe je ’toeval’ voor je laat werken en hoe je hier maximaal momentum uit kunt halen.

Maar goed: die jeuk. Waar komt die toch vandaan? Dat was namelijk de reden waarom ik ben gaan kijken. Ik denk dat ik het nu weet.

In de documentaire zie je hoe Robbins zich mentaal en fysiek voorbereid. Hij doet aan yoga volgens een strak schema (check), mediteert voor een  gezette tijd (check) en zweept zichzelf op door ademhalingsoefening in sneltreinvaart te doen (hij werkt zichzelf hiermee in een soort rush) en staat vervolgens ook nog even op een trampoline op-en-neer te springen. (dubbel of eigenlijk triple check) Je wordt al opgefokt als je er naar kijkt.

Vervolgens rent hij dus de professioneel vooraf opgefokte zaal in en het spektakel barst los. De pixels op mijn scherm denderen heftig mee. Zoveel energie! En er is nog helemaal niets gebeurd. Ik denk dan: “Man spaar je krachten”, want ik weet hoeveel energie het kan kosten om voor een groep mensen te staan.

Tony doet het dus anders: die laadt zichzelf en de zaal op naar een dusdanige hoge frequentie qua energietrilling, dat hij op een level komt waar hij een hele dag (het dagprogramma van Date with Destiny is van 11:00 tot 23:00) uit kan putten.

Want ook voor hem kosten dergelijke optredens energie, maar door deze vooraf al uit het publiek te halen, weet hij zich verzekerd van een kritische succesfactor.

En dat levert mij dan wel weer een heel andere kijk op zaken. Die had ik voor het bekijken van de documentaire nog niet. Dank je wel. Ik denk niet dat ik binnenkort op mijn hakken heel sportief vanaf een trampoline de zaal binnen kom rennen, maar ik heb wel wat van Tony Robbins geleerd.

Want wat blijkt? Omdat ik van mezelf al over een meer dan gemiddelde dosis energie beschik (soms voelt het echt als een kernreactor die aanstaat en maar door blijft branden, hoe lang de sessie ook duurt), ben ik soms bang dat mensen míj als uitslover zien. Dat ik elk moment te horen kan krijgen: “Doe maar gewoon, da’s gek genoeg.”

Aan de andere kant weet ik ook dat juist die energie, dat enthousiasme, die positiviteit mij zo anders maakt dan alle anderen die ook een zinnig verhaal te vertellen hebben.

Dus misschien moet ik – in plaats van het indammen en intomen van mijn enthousiasme (Dus op voorhand al maatregelen nemen op de het vermanende opgestoken typisch Nederlandse en Calvinistische vingertje dat vroeg of laat zal komen) – mijn kernreactor maar als stralend middelpunt maken. Als episch centrum van een energieveld waar mensen op in kunnen haken en mee kunnen liften op ‘The good vibes.’

Tony Robbins, dank je wel. Wie had dat gedacht?